Waarom geven makkelijker is dan ontvangen

Geven is voor veel mensen makkelijker dan ontvangen. Herkenbaar? Ben jij iemand die makkelijker complimenten, cadeautjes, hulp, advies of zorg geeft dan ontvangt? En durf je jezelf wel eens de vraag te stellen waarom dit zo is? En wat de nadelen zijn van al dat geven? Lastig hè? Vandaag neem ik je mee in een eerlijke blog over waarom geven makkelijker is dan ontvangen.

Geven is makkelijker omdat het een goede naam heeft.

Vanuit cultuur en religie wordt hier veel waarde aan gegeven. Geven heeft iets nobels. Iemand die geeft is goed bezig. Dit waarderen wij enorm. Ik vind het fijn om te geven, te helpen en te zorgen. Ik maak een ander blij en het geeft mij een goed gevoel over mijzelf. Ik krijg er dus automatisch wat voor terug; Een goed gevoel en waardering vanuit mijn omgeving. Wie wil dat nu niet.

Maar waarom is ontvangen niet net zo makkelijk als geven? Misschien moet ik je de volgende vraag stellen: “Wat maakt ontvangen nu zo lastig voor jou?”. Wat maakt het moeilijk om een complimentje, een cadeautje, hulp, advies of zorg te ontvangen? Ik weet zeker dat deze vraag al een bepaald gevoel bij jou oplevert. Ontvangen voelt niet makkelijk. Het kan zelfs een onbehagelijke gevoel geven.

Maar waar komt dat onbehagelijke gevoel nu vandaan?

Persoonlijk heb ik lang het gevoel gehad dat ik een ander niet tot last wilde zijn. Ik vond het heel vreemd dat een ander tijd en aandacht aan mij spendeerde. Ik deed het liever allemaal zelf. Ik kon het best alleen. Ik lag liever alleen ziek op bed. Dat iemand voor mij zorgde gaf mij echt een naar gevoel. En ik schreef vaak in m’n uppie mijn scripties. Ik wees alle door docenten aangeboden hulp af. Ik heb mij echt los moeten maken van dit idee. Ik zal nooit veel vragen. Maar als iemand mij wil geven, ontvang ik graag, zonder rotgevoel en zonder schuldgevoel.

Hoe zit dat toch met die schuldgevoelens?

Ben jij het waard om te ontvangen? Of heb je het idee dat er iets tegenover moet staan? Geven is in onze ogen zelden een altruïstische daad. Iemand geeft je iets, en wat het ook is, die wil er vast wat voor terug. Ik heb geleerd dat dit vooral in mijn hoofd leeft. Als iemand mij iets geeft, hoeft er niet iets tegenover te staan, zelfs niet als die ander dat wél verwacht. Dat is de risico van het geven. Ik mag gewoon ontvangen. En ik heb mijzelf geleerd om niets terug te verwachten als ik zelf geef.

Één van de wijze lessen die ik in mijn leven heb geleerd is om niet uit te gaan van de wetmatigheid dat als je geeft, je vanzelf in gelijke mate terug ontvangt.

Er is nog een reden wat ontvangen lastig maakt. Je staat namelijk in “the picture”. De aandacht is op jou gericht. Ik vertelde net dat ik liever alleen ziek op bed lig. Ik vind al die aandacht voor mijn zieke ik nog steeds niet fijn. Want ik voel mij kwetsbaar. Dat wil ik niet. Ontvangen maakt dus kwetsbaar. Het vraagt om overgave. Je moet openstaan om te kunnen ontvangen. Toen ik destijds de hulp bij mijn scriptie afwees vond ik het moeilijk om te ontvangen. Want in dit geval was ontvangen feedback krijgen, hoe goed bedoeld ook. En doet voelde voor mij destijds als falen. En die confrontatie deed pijn.

Jij bepaalt wat je geeft en dat geeft een gevoel van controle.

Geven is dus wat dat betreft makkelijker. Behalve dat dit je een goed gevoel geeft, blijf je ook in je comfortzone. En natuurlijk “ontvang” je ook na geven, maar je weet bijna zeker wat voor reactie dit is. Jij bent “in control” als je geeft. Jij bepaalt. Om echt te kunnen ontvangen wat iemand jou geeft, moet je juist deze controle loslaten. En dat lukt vaak niet. Als je veel behoefte hebt aan controle of zelfs last hebt van controledrang, dan kan dit ontvangen enorm in de weg staan. Je bepaalt namelijk niet wat je ontvangt, alleen wat je geeft. Voor ontvangen sta je niet open, uit angst voor het onbekende of onverwachte.

Het is veel veiliger om te geven, want op deze manier haal je op een legitieme manier de aandacht van jezelf af. Het gaat niet over jou, maar het gaat over de ander als je geeft. Alle ogen zijn in ieder geval niet op jou gericht. Ook jij hoeft je niet te richten op jezelf. Geven kan een afleiding zijn van jouw eigen issues. Je hoeft er niet mee te dealen.

” Als ik geef, dan vinden anderen mij aardig en accepteren anderen mij. Als ik geef, dan gaan anderen van mij houden”.

Je hebt geven nodig om een verbinding met de ander aan te gaan. En om te blijven geven, ben je druk bezig met wat de ander nodig heeft of wenst. Je bent zo druk met de ander, dat je steeds meer verwijderd en vervreemd raakt van jezelf. Als je hierin doorschiet, heb je op een gegeven moment geen idee meer wat jouw eigen behoeften en wensen zijn. Je bent daar namelijk niet mee bezig.  Okay, dat is niet helemaal waar. De behoefte om aardig gevonden te worden en liefde te krijgen van de ander, daar ben je wel mee bezig. Hoe onvoorwaardelijk is jouw geven als je er acceptatie en liefde voor terug verwacht? En hoe vaak word je hierin teleur gesteld?

Een nadeel die hierop aansluit is de neiging om de noden en wensen van anderen voor te zijn. Je gaat denken voor de ander. Dit kan bij de ander irritatie opleveren. Misschien heb je het helemaal verkeerd. Je vergeet te vragen wat de ander nodig heeft en van wie. Dus jij bepaalt dit voor de ander.

Heel vervelend, maar dit zorgt juist voor afstand terwijl je juist verbinding zoekt.

Duidelijk is dat doorslaan in het geven nadelen heeft. Hierboven lees je al dat je verwijderd raakt van jezelf omdat je helemaal niet meer bezig bent met jouw eigen behoeften en wensen. En er zijn nog meer nadelen. Als je geeft verbind je jezelf met de ander, maar je hebt niet echt contact. Pas als je ruimte hebt om te ontvangen, dan kan de ander zich ook aan jou verbinden door te geven. Als je vooral geeft laat je weinig van jezelf zien.

Hoe kan een ander jou accepteren en aardig vinden als ze niet goed weten wie jij eigenlijk bent?

Een ander nadeel is dat veel echte “gevers” heel veel moeite hebben om aan te geven wat ze nodig hebben. Dit gebeurt dan op een indirecte manier. Eigenlijk ga je op deze manier een mogelijke pijnlijke afwijzing uit de weg. Het is een vorm van zelfbescherming. Het dringt vaak pas laat door wat je echt nodig hebt, dat je over jouw grenzen gaat. Je raakt in een soort paniektoestand. Je hebt nú hulp nodig en dat laat je, hoe indirect ook, duidelijk blijken. Meestal bereik je vooral wat je probeert te voorkomen, medelijden of afstand.

Een gezonde balans tussen geven en ontvangen heeft echt voordelen.

Je verbindt je met de ander, want  er ontstaat ruimte voor echt contact. Als je ruimte geeft aan ontvangen, dan krijg je wat je nodig hebt. Je durft dit ook (op tijd) aan te geven. Als je durft te ontvangen, dan kun je makkelijker met feedback omgaan, zonder dat dit jou emotioneel volledig uit balans haalt. Dit is goed voor je persoonlijke en professionele ontwikkeling. Uiteindelijk krijg je hier meer zelfvertrouwen van.

Om een goede balans te vinden tussen geven en ontvangen is het voor jou als gever nodig om ruimte te geven voor ontvangen. Maar hoe je dat? De eerste stap is bewustwording, je bewust worden waarom het zo belangrijk voor jou is om te geven. Wat verwacht je terug? En wat maakt het zo moeilijk voor jou om te ontvangen? Wat voor gevoel geeft ontvangen jou? Wat kan er gebeuren als je ontvangt?

  • En wat zijn de consequenties van jouw geef-gedrag?

  • Wat ontneem je jezelf?

  • Wat ontneem je de ander?

  • Zorg je wel goed voor jezelf op deze manier?

  • Wat zijn jouw behoeften en wensen?

Voor een echt gever is zichzelf centraal stellen hartstikke moeilijk. Veel gevers zijn vooral bezig met wat de ander nodig heeft en wenst. Ze focussen zich op de ander en niet op zichzelf of de verbinding, het echte contact met hun omgeving. Consequentie is vaak dat er voorbij wordt gegaan aan je eigen behoeften en wensen. In extreme gevallen kun je vervreemd raken van jezelf. Dit kan uiteindelijk voor veel emotionele problemen zorgen. Het is raadzaam om hiermee aan de slag te gaan.

Het is belangrijk om terug te gaan naar je essentie.

En dit betekent voor mij dat je terug gaat naar jezelf. En dat is best eng, de focus op jezelf leggen. Het is heel belangrijk om te ontdekken wat en wie jij belangrijk vindt in het leven. Wat jouw behoeften en wensen zijn en hoe je goed voor jezelf kunt zorgen. Want het is eigenlijk heel cliché; Je kunt alleen goed voor een ander zorgen, als je goed voor jezelf zorgt. Je kunt alleen oprecht geven, als je ook oprecht kunt ontvangen. Want voor echt geven, is verbinding met de ander nodig.

Herken je jezelf hierin en wil je hiermee aan de slag? Vraag gerust professionele hulp in van een counsellor, therapeut of psycholoog. Zij kunnen jou daar verder mee helpen. Wil je hulp van mij? Neem gerust contact op (zowel face to face in Amstelveen, online als via Skype).

Roos Streumer

Ik ben Roos Streumer (1973). Door het schrijven van artikelen wil ik jou inspiratie en tips geven zodat jij meer uit je dag en nacht kunt halen.

In het dagelijks leven werk ik met veel plezier in mijn praktijk in Amstelveen waar ik stress en burn-out counselling, psychosociale therapie, slaap-coaching en ontspannende massages bied.

Wil je geen enkel artikel missen? Schrijf je dan in voor Mentaal Magazine. Of volg mij op Facebook, LinkedIn of Instagram.

Heb je vragen over dit artikel of vragen of interesse in mijn begeleiding? Stuur gerust een mail naar: info@mentaalonderhoud.nl of gebruik het contactformulier.

Reacties