de meerwaarde van counselling

Uit mijn burn-out: “Ik wilde anderen niet tot last zijn”

Emma is 40 als bij haar een burn-out wordt geconstateerd. Op dat moment werkt zij 28 uur per week en is alleenstaande moeder van 2 schoolgaande kinderen. Emma heeft een sociaal, druk en vooral leuk leven. Niets aan de hand, lijkt. Toch voelt zij zich al een tijdje niet goed. Gewoon doorgaan was haar oplossing. Totdat zij met klachten bij een orthomoleculair arts zat. “Het is een burn-out”, zei de arts. Vanaf dat moment kon zij niet meer werken.

Gek genoeg had ik voor dit moment het idee dat ik er nog was. Door de woorden van de arts werd het werkelijkheid. Nu had het een naam.

“Het mechanisme van maar doorgaan en mijn kop boven water houden was een manier van overleven voor mij”, vertelt Emma. Zij voelt zich al enige tijd niet okay. “Stress”, gaf haar huisarts aan. “Een bijnierfunctie die niet goed is, dus een burn-out”, concludeerde de orthomoleculair arts die zij later consulteerde. Moeilijk te duiden, want een reguliere huisarts zal dat niet direct zeggen.

En toen vielen er kwartjes.

Het was echt zo. Vanaf dat moment lukte het Emma niet meer om te werken. In gesprek met haar leidinggevende kon zij alleen maar huilen en zij is hierop ziek naar huis gestuurd.

Vanuit haar werk werd zij met spoed aangemeld voor een traject bij een psycholoog. Doordat dit traject zo snel werd ingezet voelde zij zich enorm gesteund door haar werkgever. Emma heeft zelf een coachingsachtergrond en zij weet hierdoor hoe belangrijk de juiste hulp en erover praten is. Ook kan zij hierdoor goed aangeven wat goed voor haar is. “Ik ben verbaal sterk en ik weet vaak wat een hulpverlener wil horen. Ik heb ook aan mijn psycholoog aangegeven dat hij mij volledig moest afbreken, want pas daarna zou ik weer in staat zijn om mijzelf op te bouwen”.

Gelukkig wist haar psycholoog haar te verrassen met vragen en kon hij ook snel de vinger op de zere plek leggen. Die zere plek was de relatie met haar moeder en hoe zij is opgegroeid. “Een burn-out gaat volgens mij 9 van de 10 keer niet over iets wat recentelijk is gebeurd, maar verder terug”, aldus Emma. Dat gold in ieder geval voor haar. Ondanks haar fijne jeugd en goede opvoeding.

Tijdens dit traject ontdekt zij dat haar gedrag de basis is voor haar burn-out.

En die basis is al gelegd toen zij als jong meisje opgroeide. “Met de beste bedoelingen, maar mijn ouders hebben het niet zo handig aangepakt”, geeft Emma aan. Haar broertje had binnen het gezin veel aandacht nodig. Omdat haar broertje al lastig genoeg was, wilde Emma als kind haar ouders niet tot last zijn. “Zo probeerde ik het lieve, zoete kind te zijn. En daarin werd ik ook steeds positief bevestigd”.

Emma: “Ik ben geneigd om te pleasen, ik wil anderen niet tot last zijn en ik heb  moeite om voor mijzelf op te komen en aan te geven wat ik nodig heb. Ook binnen mijn huwelijk heb ik nooit gezegd wat ik niet wilde. En ik had moeite met aan te geven wat ik dan wel wilde. Dat is ook lastig als je niet weet wat je wél wilt. Dan kún je dat ook niet aangeven, dus heb ik altijd mijn mond gehouden”.

Tijdens het psychologisch traject moest Emma een brief schrijven aan haar moeder met daarin alles wat haar dwars zat. Op papier zetten was één ding. De brief hardop voorlezen tijdens een sessie vond zij vreselijk. Een poging om het haar moeder uit te leggen werd helaas niet begrepen. Dit blijft een lastig ding wat soms ook terugkomt.

Herstellen, hoe ging dat?

Haar psycholoog heeft Emma geholpen met het verwerken van haar verleden en het herstel van haar burn-out. “Ik ben 4 maanden volledig uit de running geweest en het heeft 8 maanden geduurd voordat ik weer volledig aan het werk was. In de winter van 2015 kreeg ik een terugval. Ik bleef in dezelfde valkuilen trappen en ik luisterde niet naar mijn lijf. Dit heeft zo’n 7 of 8 weken geduurd. Gelukkig kon ik weer terecht bij dezelfde psycholoog”.

Wat was nog meer belangrijk voor haar herstel? Al eerste dat het naar haar toe benoemd werd, “je hebt een burn-out”. Als iemand anders dit hardop tegen je zegt, dan kun je er niet meer omheen. Dan wordt dit ineens realiteit.

Omdat Emma aan het begin van haar burn-out geneigd was om zich terug te trekken, is zij juist dingen blijven ondernemen. Vooral onder de mensen blijven komen heeft zij als helpend ervaren. Al kwam een vriendin maar 10 minuten op de koffie en ging het gesprek over koetjes en kalfjes. Of een kop koffie drinken op haar werk. Hiervoor was het wel nodig dat zij haar burn-out bespreekbaar maakte naar haar omgeving en aangaf wanneer zij een goed moment had en wanneer juist niet.

Het besef dat fouten maken mag en dat een terugval normaal is, heeft mij vooral geholpen tijdens mijn terugkeer naar het werk en het leven.

Hoe ga je om met je kinderen tijdens een burn-out?

Op het moment dat zij een burn-out kreeg waren haar kinderen 9 en 10 jaar oud. Hoe ga je daarmee om? Moet je je kinderen vertellen wat er aan de hand is? “Ik heb tegenover mijn kinderen gedaan alsof er niets aan de hand was. Ik heb het wel geprobeerd. Wel heb ik aan mijn kinderen uitgelegd dat zij mij op gezette tijden met rust moesten laten, wanneer ik dit nodig had”.

Wat zij wel heeft gedaan is samen met haar kinderen dagelijks “het leukste moment van de dag” benoemen en opschrijven. Een mooie manier om bewust tijd te nemen voor haar kinderen. “Ik ben zelf een echte doemdenker, dus ik werd hierdoor gedwongen om mij bewust te worden van de leuke en mooie momenten. Mijn denken werd hierdoor echt anders”.

Emma vertelt dat zij in haar begeleiding naar herstel niets gemist te hebben.

Wel was het fijn geweest als zij naast de zware psychologische begeleiding ook ruimte was om de dagelijkse dingen en re-integratie te bespreken. Bijvoorbeeld als je ergens tegenaan loopt of om de bevestiging te krijgen dat wat je voelt normaal is.

Waar Emma aan blijft werken is het luisteren naar haar lijf en het inzoomen op haar eigen gezondheid. Naar buiten gaan werkt voor haar. Ook blijft zij aan haar valkuil werken, het pleasen. Bij haar beste vriend voelt zij zich veilig genoeg. Naar elkaar toe durven zij echt kwetsbaar te zijn en zwakheden te tonen. Dat is heel fijn. Emma: “Ook is het nu mogelijk om dingen te proberen; Zeggen wat ik denk, zeggen wat ik voel, boos worden, vragen om hulp. Het klinkt zo gewoon, maar het blijft nog een uitdaging”.

Tips voor professionals

Wat Emma aan professioneel hulpverleners mee wilt geven is om niet té empathisch te zijn. Uiteraard is begrip tonen belangrijk, maar daarna mag het meer concreet worden. En ga vooral na op welke manier iemand communiceert en speel daar op in en ga na wat iemand nodig heeft. Vooral aan het concrete heeft Emma zelf veel gehad.

Tips voor lotgenoten

Zit je zelf in een burn-out? “Ga naar buiten”, adviseert Emma, “Je hoeft niet direct een wandeling van een uur te maken. Een ommetje van 10 minuten is ook goed. En blijf vooral onder de mensen, al is het kort. Zorg dat je je niet teveel terug trekt en vervreemdt van je omgeving en de mensen om je heen”.

Emma zelf heeft positieve ervaring met wandelcoaching. “Het prettig is als je je coach niet hoeft aan te kijken. Een rustige wandelroute of wandelplek is natuurlijk belangrijk. Je wilt niet allerlei mensen tegenkomen steeds”.

Noem iedere dag positieve punten, schrijf deze op en maak het visueel. Doe het vooral op een manier die voor jou werkt. Je kunt bijvoorbeeld een moodboard maken of dit doen samen met je kinderen, zoals Emma dit zelf deed.

Tips voor na je burn-out

Wat Emma eigenlijk wel gemist heeft is het benoemen van de burn-out vanuit de medische kant, de bijnieruitputting. Lastig hieraan is dat de reguliere gezondheidszorg dit niet altijd erkent. Gelukkig hadden alle hulpverleners bij haar wel dezelfde uitkomst.

Ook had zij meer voorlichting willen hebben over wat er gebeurt na je burn-out. Wat kun je verwachten? Slim is om dit aan het einde van het traject te vragen en te bespreken. En zorg ervoor dat je zo nu en dan weer een gesprek hebt met je hulpverlener voor fine-tuning. Klankborden met jezelf levert meer op samen met een professional die strakkere vragen stelt.

Vijf waardevolle tips gebaseerd op dit interview

Tip 1: Houd contact met anderen

Emma vertelt dat ze gedurende haar burn-out geneigd was zich terug te trekken. Ik hoor vaak in gesprek dat mensen liever niemand zien. Toch is het verstandig om onder de mensen te blijven komen. Al drink je maar een kwartiertje een kop koffie met iemand. Wees vooral in het begin selectief met wie je dit doet. Kies iemand waarbij je je veilig genoeg voelt, zodat je kunt zeggen wanneer het lang genoeg heeft geduurd voor jou.

Tip 2: Ga wandelen met je therapeut of coach

Wandelcoaching wordt aangeprezen in dit portret. Het is ook een heel fijne manier van coaching waar veel voordelen aan verbonden zijn. Al staat het vaak niet op de website, de meeste counsellors, coaches en psychologen zijn bekend met wandelcoaching. Mocht je behoefte hebben om een sessie wandelend te doen, geef dit dan gerust aan!

Tip 3: Vraag naar een volledig traject

Emma vertelt niets gemist te hebben tijdens haar traject naar herstel. Toch was het fijn geweest als er meer ruimte was geweest voor het alledaagse en de re-integratie. Dit kan geïntegreerd worden binnen de begeleiding. Al betekent dit niet dat de behandelaar alles uitvoert. Mogelijk dat een andere dienstverlener of coach dit op zich neemt.

Wel kan jouw counsellor, coach of psycholoog als “regiehouder” fungeren. Iemand die met jou bespreekt of je alle begeleiding en advies krijgt die nodig is. Die overzicht voor jou houdt. Een specialist op het gebied van burn-out is goed op de hoogte van alles wat op je pad kan komen gedurende deze periode. Vraag er gerust naar!

Tip 4: Nazorg is van groot belang voor echt herstel

Emma doet er verstandig aan om zo nu en dan weer in gesprek te gaan met haar psycholoog voor fine-tuning. Geen klachten meer hebben en weer aan het werk zijn betekent mijns inziens niet dat je er al bent. Het echt doorbreken van patronen die ooit voor een burn-out hebben gezorgd is een proces die jarenlang duurt. Dit betekent wel dat je klachtenvrij bent, maar nog steeds kwetsbaar voor een tweede burn-out. Nazorg is dan ook van groot belang om dit te voorkomen en voluit leven.

Tip 5: Van medelijden herstel je niet

“Wees als hulpverlener niet té empathisch”, geeft Emma aan. Inderdaad, je hebt niets aan een hulpverlener die alleen meezwelgt en meepraat. Met empathisch zijn an sich is niets mis, het is zelfs noodzakelijk binnen begeleiding. Want dit zorgt voor een sfeer van vertrouwen en veiligheid, wat nodig is om jou die broodnodige spiegel voor te houden. Blijf weg bij hulpverleners die niet concreet kunnen worden en die de juist moeilijke thema’s niet bespreekbaar maken. Iets met zachte heelmeesters..

 


Ik ben Roos Streumer (1973). Meer dan 25 jaar, waarvan 11 jaar als psychosociaal therapeut, ben ik werkzaam geweest binnen de GGZ, het Sociaal Domein en binnen het Psychosociaal Werk.

In 2024 leg ik mijn werkzaamheden als therapeut neer voor iig een jaar. Ik weet nog niet weet of en wat ik met mijn opgedane kennis, vaardigheden en werkervaring ga doen.

Wel wil ik graag contact houden met het werkveld. Dit doe ik door mij in te zetten als coördinator voor Psychosociaal Portaal.

En daarnaast door “Lessen in Levenskunst” waarin ik tips, inspiratie en pragmatische oefeningen deel voor meer rust, richting en regie in jouw dagelijks leven. Gebaseerd op levenservaring, meer dan 25 jaar werkervaring en 11 jaar ondernemerschap binnen deze sector.

Reacties